Direct naar content
Laden Evenementen

Jaarcongres 2017 – Grotere Tegenstellingen

Afgerond
Datum

05-10-2017

05 oktober 2017

Nieuwe tegenstellingen. Wat doen we ermee?

 

Nederland lijkt geëxplodeerd in fragmenten. Rijk versus arm, westerse en niet-westerse achtergrond, hoog- tegenover laagopgeleid, jong en oud, stad en land: we ervaren dat groepen steeds meer tegenover elkaar komen te staan. Pogingen om over verschillen heen te stappen en gezamenlijk naar oplossingen te zoeken smoren in het eigen gelijk. Het jaarcongres 2017 was bedoeld om inzichten, hoop en bruikbare handvatten te bieden om tot nieuwe verbindingen te komen.

Voorbeeldweergave van deze video

Zonder verbinding wint de hokjesgeest

 

Brexit en de verkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten: als er twee voorbeelden zijn van het immigratieprobleem, zijn het deze wel. Bevolkingen ervaren immigratie in toenemende mate als een gevolg van globalisering dat ze niet kunnen beïnvloeden en dat daarom problematisch is. Als politici – ook in Nederland – geen liberaal antwoord ontwikkelen op deze onvrede, ontstaat een autoritaire samenleving.

 

Dat vindt Paul Scheffer, publicist en hoogleraar Europese Studies. Zijn lezing is vooral een oproep om populisme serieus te nemen en te zoeken naar verbinding. Niet alleen door te praten, maar ook door te doen….

 

Lees hier het volledige verslag van de lezing van Paul Scheffer

Voorbeeldweergave van deze video

Veel van waarde is niet meetbaar

 

Leven in de prestatiesamenleving van nu is niet gemakkelijk. Zo’n meritocratie is een prachtig ideaal, want als iedereen gelijke kansen krijgt – in het onderwijs, op de arbeidsmarkt – komt vanzelf de juiste persoon op de juiste plek terecht. En spelen klasse, sekse of etniciteit daarbij geen rol.

 

Dat is het ideaal. De werkelijkheid is weerbarstiger, weet hoogleraar Burgerschap en Humanisering van de Publieke Sector Evelien Tonkens. Want, afgezien van het feit dat discriminatie nog altijd bestaat, de meritocratie heeft ook schaduwzijden. Tonkens belicht ze in haar lezing uitvoerig en komt vervolgens met een alternatief voor de prestatiemaatschappij: de respectsamenleving.

 

Lees hier het verslag van de lezing van Evelien Tonkens

Voorbeeldweergave van deze video

Polarisatie? Meerstemmigheid!

 

Het integratiedebat staat op scherp. Of het nou gaat over vluchtelingen of de islam: het is een precair onderwerp. Je zegt het al gauw fout. Nederland verschuift van een ideologisch georganiseerde samenleving naar een identiteitsgestuurde samenleving – waarin het credo is: ik ben anders dan jij. Dat is op zichzelf niet zo erg, ware het niet dat er een neiging bestaat tot vijandigheid: ik wil niet dat jij er bent.

 

Toch zijn de tegenstellingen minder groot dan ze lijken. Het Verwey-Jonker Instituut, dat onafhankelijk onderzoek doet naar maatschappelijke vraagstukken, hoorde tientallen overwegingen voorbijkomen in het integratiedebat. Er is eigenlijk, zegt wetenschappelijk directeur Hans Boutellier van het instituut, niet zozeer sprake van polarisatie. ‘Ik zou polarisatie willen reframen tot meerstemmigheid.’

 

Lees hier het verslag van de lezing van Hans Boutellier of download zijn presentatie.

 

Voorbeeldweergave van deze video

Zorgen om de rechtstaat

 

‘Dat we leven in een democratie, is geen garantie voor het bestaan van een goede rechtstaat. Hoewel 70 procent van de Nederlanders vertrouwen heeft in de rechterlijke macht en 80 procent van de Nederlanders gelooft dat de overheid de wet naleeft, is er geen reden tot achteroverleunen. Iedereen die hecht aan onze westerse waarden, moet zich zorgen maken over de staat van de rechtstaat. Hoe belangrijk die is, blijkt vaak pas als ze ontbreekt.’

 

Dat zegt staatsraad Winnie Sorgdrager, die er in haar lezing bovendien op hamert dat elke samenleving een elite nodig heeft. Daaraan geeft Sorgdrager overigens een brede betekenis: tot de elite behoort iedereen die zich verantwoordelijk voelt voor de samenleving. Het huidige verzet tegen ‘de elite’ komt voort uit een diffuse onvrede en uit de angst om welvaart te verliezen. Mensen die weinig vruchten plukken van de welvaart voelen zich achtergesteld. We moeten de problemen van deze ‘boze witte mensen’ serieus nemen. Het helpt dan niet als politici de populistische weg inslaan. Ze zouden zich beter afvragen wat we kunnen leren van onze fouten. Wanneer 12 procent van de Nederlanders analfabeet is, moet je immers constateren dat niet iedereen gelijke kansen heeft.

 

Lees hier het verslag van de lezing van Winnie Sorgdrager

 

 

Voorbeeldweergave van deze video

Geef kwetsbare mensen een warme hand

 

Het goede nieuws is dat Nederlands steeds hoger zijn opgeleid, ook binnen het mbo. Van de ongeveer kwart miljoen leerlingen volgt het gros een opleiding op niveau 4. Maar er is ook slecht nieuws: Nederland telt tienduizenden vacatures voor banen op mbo-niveau. Praktijkonderwijs is niet populair.

 

Nog meer slecht nieuws: het mbo telt nog steeds tien- tot vijftienduizend mensen op entree-niveau, wat wil zeggen dat ze aan de opleiding beginnen zonder enige vooropleiding. Van de Nederlanders tussen 23 en 27 jaar hebben er 163.000 geen enkele startkwalificatie –omgerekend zijn dat tien- tot elfduizend jongvolwassenen in Overijssel. En 65 procent van de nieuwe bijstandsgerechtigden ontbeert een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt.

 

Lees hier het verslag van het optreden van Ton Heerts en Mariska ten Heuw

Voorbeeldweergave van deze video

Wat is nou eigenlijk het probleem?

 

‘Wat is nou eigenlijk het probleem?’, vraagt Paul Schnabel zich af. Niet dat Schnabel – lid van de Eerste Kamer, Kroonlid van de Sociaal-Economische Raad en voorheen directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau – het thema polarisatie wegwuift. Het gevoel in de samenleving dat er tegenstellingen bestaan is wel degelijk aanwezig. Maar de vraag die Schnabel in zijn lezing stelt is vooral: zijn die tegenstellingen niet eerder verschillen? Variaties op een thema? En is het wel zo erg dat er verschillen bestaan?

 

De strijd om gelijke rechten – zoals die van vrouwen, die tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw formeel handelingsonbekwaam waren – is langzaamaan uitgegroeid tot een strijd om identiteit. Wie ben ik? Wordt mijn positie geaccepteerd? Kan ik uiten wat en wie ik ben? Dat is waar het anno nu om draait. ‘Je kunt lacherig doen over genderneutrale toiletten, maar het is iets dat mensen diep raakt’, zegt Schnabel.

 

Lees hier het verslag van de lezing van Paul Schnabel

05 oktober 2017
Voorbeeldweergave van deze video

Sturen op compassie

 

Een Handvest voor Compassie. Dat is het vehikel dat grote stad Rotterdam gebruikt om Rotterdammers met elkaar te verbinden, ongeacht hun klasse, religie, geslacht en wat niet meer.

 

Wat dat in de praktijk van alledag betekent, daarover gaat de lezing van Vera Bauman, mananager van het Rotterdamse programma Wij-samenleving.

 

Rotterdam is dit verbindende initiatief gestart na de aanslag op tijdschrift Charlie Hebdo in Parijs. Met 630.000 inwoners verspreid over veertien wijken is de Maasstad soms hard en ruw, maar burgemeester Aboutaleb werkt er hard aan om een wij-samenleving te creëren.

 

Dat doet hij overigens in een eigen programma dat los staat van partijpolitiek. Soms stuit dat op lastige situaties, want in het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad kan Aboutaleb niet altijd op steun rekenen. ‘Ik probeer me daardoor niet te laten afleiden’, zegt programmamanager Bauman. ‘Ik houd mijn ogen op de bal.’

 

Er zijn drie uitgangspunten voor de Wij-samenleving: doorbreek het wij-zij-denken, eerbiedig de rechtstaat, en doe dat ongeacht je achtergrond. ‘Het Rotterdamse gevoelen is nu: iedereen hoort erbij, behalve als hij zelf de stad de rug toekeert’, zegt Bauman.

 

Lees hier het volledige verslag van de lezing van Vera Bauman

 

 

 

Voorbeeldweergave van deze video

Met goede intenties zijn bruggen te slaan

 

‘Tegenstellingen? We staan in feite niet tegenover elkaar. We leven langs elkaar heen, waardoor de sociale samenhang verdwijnt. We hebben nieuw bindweefsel nodig.’

 

Dat vindt Rinske van Noortwijk, directeur van GreenWish, een non-profitorganisatie die maatschappelijke initiatieven faciliteert, en D66-raadslid in Culemborg.

 

Een nieuwe samenhang ontwikkelen is lastig. Tenminste: voor de overheid. Burgers zijn er juist heel goed in. De tienduizenden burger-initiatieven in Nederland dragen bij aan sociale cohesie. Welk onderwerp ze ook betreffen: hun eigenlijke waarde zit in het feit dat er allerlei netwerken uit voortkomen.

 

Lees hier het volledige verslag van Rinske van Noortwijk

05 oktober 2017

Trots en betrokkenheid met een eigen munt

 

Kun je mensen verleiden om zich om hun omgeving te bekommeren door hen te belonen? Gewoon, met harde pecunia?

 

Ja, zegt Rob van Hilten vol overtuiging. De oprichter van Qoin, een maatschappelijke onderneming die zich inzet voor duurzame economische ontwikkeling, is er zeker van dat Overijssel op alle fronten baat heeft bij de invoering van een eigen munt. Hij kent voorbeelden te over van steden en regio’s die daar garen bij spinnen.

 

Het principe is simpel, zo wordt duidelijk tijdens de drukbezochte workshop van Van Hilten. Een economie is zo groot als het aantal euro’s dat erin rondgaat plus het aantal keren dat die euro’s erin rondgaan. Schaalvergroting – vaak mondialisering – is debet aan de uitholling van regionale economieën. Immers: wie zijn euro’s uitgeeft bij ’s lands grootste supermarkt of modeketen, draagt niet bij aan de Overijsselse economie.

 

Lees hier het volledige verslag van de workshop van Rob van Hilten

05 oktober 2017

De ongelijkwaardigheid blijft

 

Marja Jager-Vreugdenhil begint haar workshop met een vraag. Stel, je krijgt het verzoek om in jouw buurt een nieuwe activiteit mee van de grond te tillen – wanneer zeg je ja?

 

Als ik al mensen kennen die ook meedoen, zegt één van de deelnemers. Als ik weet dat het om meer gaat dan alleen brainstormen – ik zou ook willen helpen met anderen enthousiasmeren, zegt een ander. Als er meer mensen uit de buurt worden uitgenodigd, zegt nummer drie. Als duidelijk is wat er van me wordt verwacht, zegt nummer vier.

 

Het zijn precies die overwegingen die beleidsmakers nogal eens vergeten wanneer ze een nieuw initiatief opstarten, zegt Jager-Vreugdenhil. ‘Ze mogen zich vaker afvragen: wanneer zou ik zelf aan zo’n activiteit meedoen?’

 

Zeker als het gaat om mensen met een beperking, want over hen gaat het in deze workshop. Jager-Vreugdenhil, onderzoeker aan hogeschool Viaa, is betrokken bij de Werkplaats Sociaal Domein. Daar lopen vier projecten – in Dalfsen, Steenwijk, Zwartsluis en Zwolle – waarin buurtbewoners met en zonder beperking elkaar ontmoeten. De verwachting is dat ze hierdoor sociale contacten opdoen en een sterker sociaal netwerk krijgen. Maar lukt dat ook?

 

Lees hier het volledige verslag van de workshop van Marja de Jager – Vreugdenhil

 

Zoeken naar het nieuwe noaberschap

 

Waar Overijssel bekendstaat om z’n naoberschap, kent Friesland het begrip mienskip. In feite komt het op hetzelfde neer: jij zorgt voor de mensen in je omgeving en zij zorgen voor jou.

 

De eeuwenoude begrippen wordt inmiddels nieuw leven ingeblazen. In Friesland is zelfs een moderne naam verzonnen: iepen mienskip – open gemeenschap – omdat de wereld inmiddels wel wat groter is dan het boerendorp van vroeger.

 

Dat er weer behoefte is aan noaberschap en mienskip, heeft alles te maken met het einde van de verzorgingsstaat zoals we die kennen en de opkomst van de participatiemaatschappij, zo wordt duidelijk tijdens de workshop van Joke Brinkman en Henk Fernee.

 

‘Mensen zijn tegenwoordig in eerste instantie verantwoordelijk voor hun eigen leven. Daar is de overheid niet meer voor. Zoals het voor jonge ouders normaal is om zelf een kinderwagen te kopen, zo moet het voor ouderen logisch worden om zelf een rollator aan te schaffen. De oudere generatie heeft het afgeleerd om op deze manier te denken. Op dit moment zitten we in een overgangsfase’, legt Joke Brinkman uit.

 

Lees hier het volledige verslag van de workshop van Brinkman en Fernee of download de presentatie

Gun iedereen een menswaardig bestaan

 

De kerk is er nog, is de belangrijkste boodschap uit de lezing van Wim van Ree. Beter gezegd: de kerk is er weer. Want waar het tot halverwege de jaren zestig de gewoonste zaak van de wereld was dat de kerk een relevante rol vervulde in de samenleving – de diaconie zorgde voor maatschappelijk werk, gezinszorg en kinderzorg –, met de komst van de verzorgingsstaat verloor zij haar taken. Kerk en samenleving groeiden uit elkaar en kwamen min of meer met de rug naar elkaar te staan.

 

Dat bleek bijvoorbeeld in 2005, toen de kerk zich verzette tegen de komst van grote gokhallen in Zwolle. Dat deed ze omdat ze de nadelige gevolgen van gokken kent. Maar de burgemeester van Zwolle suggereerde dat ze zich niet met de discussie moest bemoeien. Er bestond immers zoiets als een scheiding tussen kerk en staat?

 

Inmiddels is het tij gekeerd, constateert Van Ree. De gemeente waardeert de belangeloze inzet van kerken en diaconieën. Een belangrijke katalysator voor die waardering was de noodopvang van vluchtelingen in de IJsselhallen.

 

Lees hier het volledige verslag van de workshop van Wim van Ree

Verkenning Grotere Tegenstellingen. Wat doen we ermee?

 

Het Trendbureau presenteerde in 2018 een verkenning over toenemende verschillen in Overijssel. Welke verschillen zien we toenemen in Overijssel, en welke niet? Bovendien analyseren we de dynamiek achter de toenemende verschillen. Is individualisering en de opkomst van de netwerkmaatschappij de drijvende kracht? Of gaat het om economische ontwikkelingen of de opkomst van de ´meritocratie´, waarbij het opleidingsniveau steeds belangrijker wordt? En wat kan de overheid doen? Welke andere partijen zijn cruciaal?

 

Lees hier meer over de verkenning ‘Grotere Tegenstellingen’

 

 

JAARCONGRES 2017 – GROTERE TEGENSTELLINGEN

Afgerond
Popup sluiten

Delen via:

LinkedIn Logo
Facebook logo
E-mail icoon